Geschiedenis

Officieel heet het hofje het “Sint Jans- en Koen Kuijsers Gasthuis met het Frans Loenen Hofje gecombineerd”.
Het resultaat van een fusie van drie hofjes:

  • het Sint Jans Gasthuis uit 1390
  • het Koen Kuijsers of -Heilige Geest Gasthuis uit 1394
  • het Frans Loenenhofje uit 1607

Al snel bleef van deze lange officiële naam slechts ‘Frans Loenenhofje’ over.

Frans Loenen werd in 1543 in Amsterdam geboren. Zijn ouderlijk huis stond exact op de plek waar nu het Koninklijk Paleis staat.

Hij werd een voornaam koopman die in 1578 naar Haarlem verhuisde omdat het religieuze klimaat in Haarlem milder was dan in Amsterdam.
Drie dagen voor zijn dood, op 24 oktober 1605, liet hij zijn testament opmaken waarin hij een deel van zijn bezit aan de armen van Haarlem vermaakte. Zijn executeurs testamentair hadden twee jaar nodig om zijn chaotische nalatenschap te ordenen. Het voor de Haarlemse armen bestemde kapitaal werd gebruikt om er een hofje mee te stichten.

 

De executeurs testamentair van Frans Loenen kochten in 1607 een terrein waar een hofje op gebouwd werd, bestaande uit elf huisjes.

Dit hofje werd in 1609 uitgebreid met vijf huisjes, geschonken door een vriend van Loenen, proost Zaffius. Het fraaie toegangspoortje, ontworpen door Lieven de Key, werd in 1625 gebouwd.
Het hofje heeft in de ruim vier eeuwen van haar bestaan vier grote restauraties ondergaan. Momenteel bestaat het hofje uit tien moderne woninkjes, een regentenkamer en een voor algemeen gebruik geschikte ruimte, het Paviljoen.
Sfeervol zijn de vier op gas brandende lantaarns die het hofje ’s avonds een uniek aanzien geven.
De hoftuin werd in 1989 gerestaureerd. Mede op basis van tuingegevens uit 1414 is er een zeer gebruiksvriendelijke en toch historisch verantwoorde tuin aangelegd met daarin diverse oude planten- en fruitboomrassen maar ook enkele 17e eeuwse wijnstokken.
Op de tuinbanken is de spreuk “Bene vixit qui bene latuit”, van Ovidius, uitgebeiteld. De betekenis van deze spreuk “Wie in de luwte leeft, leeft goed“ (vertaling van Hogendoorn) lijkt van toepassing op dit unieke stukje Haarlem.